Een leven zonder muziek? Sandra Jansen uit Goutum kan het zich niet voorstellen. Muziek is emotie.
Muzikaal gehoor
Nadat ze een tijdje in Utrecht hadden gewoond, verhuisde Sandra met haar gezin terug naar Friesland, waar ze weer een aantal jaren bij Poort werkte. In 1986 sloot ze zich aan bij het twee jaar eerder opgerichte operakoor Amadeus. “Ik heb nooit muziekles gehad en nooit noten leren lezen, maar ik heb wel een muzikaal gehoor. Ook had ik een tijdje zangles van Tetsje van der Kooi, een bekende Friese zangeres. Zodoende raakte ik beter thuis in het notenschrift en zangtechnieken, zoals een goede ademhaling. We zijn een gemengd koor; dat vind ik het allermooiste. De klank is veel mooier en voller. Dat heeft met de klankkleur te maken. Het koor is onderverdeeld in sopranen, alten, bassen en tenoren en ieder moet zijn eigen partij kennen. Dat klinkt lastig, maar het lukt toch altijd.”
Jubelend thuiskomen
Koorleden kunnen thuis hun eigen partij meezingen via muziek die de muziekcommissie hen mailt. “Dat is handig”, vindt Sandra, “Maar het meeste krijg ik mee van de repetities. Daar voel je de emotie van het samen zingen!” Volgens haar man komt ze altijd jubelend thuis van haar woensdagse koorrepetitie. “Ik heb nooit iets van: hè gatsie, ik moet weer. Ik ben wel eens moe, maar die vermoeidheid verdwijnt door het zingen. Zingen, daar word je blij van. Het is ook heel gezond, het is goed voor je bloeddruk”, weet Sandra.
Sandra bezoekt regelmatig haar kin deren, die inmiddels in Engeland en Frankrijk wonen. Dan kan ze niet naar de repetitie. “Wat dan wél kan is zoomen: via de computer zing ik mee op afstand. Daar ben ik geen liefhebber van, maar zo blijf ik op de hoogte.”
Vleugels
Hoogtepunten in haar achtendertigkoorjaren zijn onder andere de gezamenlijk optredens van Amadeus en het Toonkunstkoor Concordia, waar bij ze de Elias van Mendelssohn en het Canto General van Mikis Theodorakis en Pablo Neruda opvoerden. Dat laatste was geen geringe klus: “Het boekwerk voor het Canto General was maar liefst tien centimeter dik. Het was te zwaar om in de hand te houden en moest op een standaard staan”, kijkt Sandra lachend terug.
Concertzaal thuis
Ook thuis luisteren Sandra en haar man graag naar opera. Een muziek installatie met enorme boxen heeft een prominente plaats in hun woon kamer. “Zo hebben we altijd een concertzaal thuis”, glundert Sandra, die vooral graag naar Maria Callas luistert. “Die vrouw was echt een diva. Elke keer weer word ik ontroerd door haar stem. Waar ik ook enorm van kan genieten is de Frühlingssonate van Beethoven, uitgevoerd door Martha Argerich en Gidon Kremer. Wat zijn die twee op elkaar ingespeeld; je voelt de emotie!”
Wat Sandra betreft wordt de betekenis van muziek niet anders met het ouder worden. “Ik heb niet de hele dag de radio aanstaan. Maar als die aan staat, luister ik naar radio 4. Wel kan ik me irriteren aan spelletjes of dj’s die tussen de muziek door hele verhalen vertellen.” Stellig: “Dan liever geen muziek. Echter, als ik in huis bezig ben en ik hoor een heel mooi concert op de radio, dan laat ik de boel de boel.” Illustratief hiervoor is de keer dat Sandra naar een uitvoering van de Matthäus Passion luisterde en de telefoon ging. Nu even niet, was Sandra’s antwoord toen haar dochter zei dat het papa was. Verklarend: “Ik had nog nooit zo’n mooie uitvoering gehoord en zat er helemaal in.” Haar gevoel werd de volgende dag bevestigd door de recensie in de krant: “De Mathäus Passion onder leiding van Ton Koopman, vol passie en hartstocht”.
Een leven zonder muziek? Mensen die niet van muziek houden? Sandra kan het zich niet voorstellen.
Foto’s Sandra: Simon van der Woude