Tineke en Willem Brouwer leerden elkaar in 1963 kennen tijdens hun studie. Ze werden verliefd, trouwden en kregen twee zonen. Zij werd anesthesist en hij gynaecoloog. Het leven was goed en het huwelijk gelukkig. Tineke ging op haar zestigste met pensioen. Er was een kleinzoon geboren en ze wilde graag de tijd hebben om op te passen. Achteraf gezien een goede keuze, want tien jaar later, in 2012, werden bij Tineke de eerste tekenen van dementie zichtbaar. Haar man Willem zorgde tot aan haar overlijden in 2020 thuis voor haar en schreef daar twee ontroerende boeken over.
Ik zoek Brouwer op in zijn huis in Goutum, waar hij me verwelkomt met een kopje thee en een taartje. “Dat heb ik van mijn vrouw, die wilde er altijd iets lekkers bij”, zegt hij bijna verontschuldigend. Op tafel liggen allemaal fotoboeken, aan de muur hangen foto’s van Tineke en in een hoekje van de kamer is een gedenkplek. Haar aanwezigheid is anderhalf jaar na haar overlijden nog duidelijk voelbaar.
Wat staat ons te wachten?
Ze begreep het allemaal niet meer
Begin 2015 gaan Willem en Tineke nog twee keer samen met vakantie. Daarvoor maakten ze grote reizen naar landen als Thailand en Vietnam. “Tineke was erg reislustig. Zij was de reisleidster en ik volgde haar met plezier. Dit keer regelde ik alles. We maakten een cruise langs de Noorse kust, maar het enthousiasme van mijn vrouw was geheel verdwenen. Ik kreeg haar zelfs de hut niet uit om het noorderlicht te zien. Ze was erg onrustig; weg zijn van huis maakte haar onzeker.” Willem probeert het nog een laatste keer als ze uitgenodigd worden bij familie in een Grieks vakantiehuis. “Ik bleef permanent bij haar, als een soort bodyguard. Tijdens het autorijden hield Tineke de routekaart op de kop. Vroeger was zij mijn gids, nu begreep ze het allemaal niet meer.”
Onmenselijke ziekte
Het is iedereen in haar omgeving dan wel duidelijk dat Tineke alzheimer heeft, maar het onderwerp is onbespreekbaar. “Omdat ze er niets van wilde weten heb ik haar met een smoesje meegenomen naar de huisarts. Ik ben dan wel arts, maar het was niet aan mij om een diagnose te stellen. Stel dat het iets anders was, een hersentumor of zo. Voor de huisarts was het echter ook meteen duidelijk. Hij stelde een bezoek aan een geriater voor en wellicht medicatie. Maar Tineke wilde zich niet laten onderzoeken en ik wilde haar er niet mee lastig vallen. Er zijn geen medicijnen waarmee je het ziekteproces kunt stilleggen, anders had ik echt wel actie ondernomen.” Voor een arts die gewend is mensen beter te maken, was het geen makkelijke opgave om het los te laten. “Je staat machteloos. Het is een onmenselijke ziekte, waar geen kruid tegen gewassen is. Eerlijk gezegd verwacht ik ook niet dat er op korte termijn een oplossing gevonden wordt.”
Tijdens de eerste jaren van het ziekteproces hebben Willem en Tineke nog veel fijne momenten samen. Ze gaan vaak met de sloep varen en drinken dan na afloop een glaasje wijn op een terras. Ook ondernemen ze leuke dingen met de kinderen en kleinkinderen. “Omdat het voor Tineke steeds lastiger werd om alleen te zijn, nam ik haar regelmatig mee als ik zelf iets op het programma had en meestal ging dat goed. Aan al die momenten denk ik met heel veel plezier terug. We hebben eruit gehaald wat erin zat.”
Op de logeerkamer
Dan ontstaat er in mei 2015 een erg pijnlijke situatie. “Tineke functioneerde nog vrij normaal, maar van het ene op het andere moment herkende ze me totaal niet meer. Ze zei dat ik Wim niet was en dat ze hem op ging bellen. We voerden daardoor een bizar telefoongesprek met elkaar terwijl we samen op de bank zaten. Daar raakte Tineke nog verwarder door. Ook mijn zoon kon haar er niet van overtuigen dat ik echt haar man was.” Willem blijft een onbekende voor Tineke en moet in de logeerkamer slapen. De volgende ochtend dringt het tot haar door wat er gebeurd is en ze is volledig overstuur. Wel is ze dan bereid om naar een geriater te gaan en er komt een casemanager dementie. “Daar heb ik heel veel aan gehad.”
De pijnlijke momenten van niet herkennen blijven komen. “Ik heb heel vaak mijn trouwring laten zien met haar naam erin. De laatste jaren wist ze helemaal niet meer wie ik was. Maar ik weet zeker dat ze voelde dat ik bij haar hoorde. Ik was 24 uur perdag aanwezig en vormde haar houvast.” Een ander moeilijk punt is de incontinentie. “Tineke vond dat vreselijk; ze keek me zo ongelukkig aan als ik haar moest verschonen. Maar dan zei ik: het kan me niks schelen, ik hou toch van je?”
Gooi me niet weg
Meest verschrikkelijke dag uit hun leven
Brouwer geeft regelmatig lezingen in alzheimercafé’s. “Van de aanwezigen hoor ik veel persoonlijke verhalen. Vaak vertellen ze dat ze hun partner naar een verpleeghuis moesten brengen en dat dat de meest verschrikkelijke dag uit hun leven was. Mijn verhaal is confronterend, dat merk ik wel. Ik probeer mensen dan gerust te stellen. Slechts een klein percentage van de dementiepatiënten doorloopt alle fases die ik met mijn vrouw heb meegemaakt. Zij was nog geen zeventig toen de ziekte haar trof. Meestal begint het op latere leeftijd; 1 op de 7 overlijdt echt aan dementie. Lang niet iedereen krijgt dus te maken met dingen als incontinentie en het niet meer herkennen van de eigen partner.” Aan het eind van ons gesprek vraag ik aan de heer Brouwer hoe het nu met hem gaat. “Tja, hoe gaat het met mij? Mijn vader is 89 geworden en mijn moeder heeft daarna nog tien
jaar geleefd. Na zijn dood zei mijn moeder altijd dat de lol eraf was. Ik begrijp nu precies wat ze bedoelde: voor mij is de lol er eigenlijk ook wel af. Natuurlijk probeer ik me daar tegen te verzetten. Ik ben nog fit, kan doen wat ik wil en zou de mooiste reizen kunnen maken. Maar ik heb er totaal geen behoefte aan. Mijn geluk haal ik uit het fijne contact dat ik met mijn twee zonen heb en ik amuseer me kostelijk met de kleinkinderen. Ik ga regelmatig naar hun sportwedstrijden kijken. Maar je komt altijd weer alleen thuis hè?”
Het hele verhaal over het ziekteproces van Tineke Brouwer lees je in de boeken Gooi me niet weg en Ken je me nog? Ze zijn verkrijgbaar via uitgeverij de Brouwerij of de plaatselijke boekhandel. ■