Toen ik in 1970 als discjockey begon was ik nog een groentje. Het grote leven moest toen nog beginnen. De meer ervaren platendraaier Spoody (Henk Wieland) was in die tijd mijn mentor. “Ritsko, als dj kun jij het ver schoppen, maar dan moet jij wel betere kleding aan.” Hij nam mij mee naar zijn ouderlijk huis in Drachten en trok een kledingkast open. Daar lagen hippe truitjes, hingen modieuze overhemden en broeken en stonden onderin glimmende schoenen met bolle neus en klikkers onder de zolen. Ik, gekleed in een uitgezakte oranje sweater, keek mijn ogen uit. “Pak maar wat je aan wilt trekken, ik zie je zo beneden bij het eten.” Toen ik even later opgedoft aan de Indische eettafel schoof, kwam onverwacht Henks tweelingbroer thuis. Hij keek mij ontzet aan en riep: “Wat doe jij met mijn kleren aan?
Door dit voorval kreeg ik wel meer kijk op kleding. Ik had voor het eerst in mijn leven een goed inkomen en was voor het kopen van kleding niet meer afhankelijk van het zakgeld van mijn vader. Er kwamen in Leeuwarden ook steeds meer leuke kledingzaakjes. Bij de Werkman op Over de Kelders zat al een paar jaar ’t Betîkje in. Je werd daar geholpen door een wat oudere dame met een Oost Europees accent. Niet direct iemand waar je van verwacht dat zij verstand had van hippe kleding.
Om de hoek in de Oosterstraat zetelde Carneby House en op de Wirdumerdijk opende Wim Houwen ‘geeft waarborg en vertrouwen’ voor de jongeren boetiek Pimpernel. Bij alle drie kwam ik regelmatig voor een nieuwe outfit.
KLEIN JEUGDTRAUMA
Een winkel waar ik nooit kwam was Boutique Pierre in de Oude Doelesteeg. Ik had een hele flauwe reden om deze kledingzaak te mijden. Het was onderdeel van kledingzaak P. van den Brul op de Nieuwestad. Je kon ook binnendoor naar de ruimte met modieuze kleding. P. van den Brul was een klein jeugdtrauma van mij. Mijn vader kocht daar zijn kleren en nam mij dan mee voor de kinderkleding. Maar die collectie was eigenlijk hetzelfde als die voor volwassenen alleen dan zoveel maten kleiner. Met andere woorden: ik liep voor schut op school als ik weer eens een bezoekje aan deze P. van den Brul had gebracht. Bovendien moest ik bij koud weer ook nog een alpinomuts op. Dat alles droeg niet bij aan mijn populariteit in de klas.
RECLAMEWET
Later in de jaren zeventig kwam ik voor kleren vaak bij Kayo op de hoek Nieuwestad/Sint Jacobsstraat. De eigenaren Klaas en Betty kwamen ook regelmatig in discotheek La Bella, waar ik op dat moment draaide. Ik kreeg Klaas zover om iets nieuws uit zijn collectie te dragen achter de draai tafels en het dan te houden. Toen ik een keer als goochelaar in Tros Disco Circus optrad kreeg ik een vest mee met achterop de naam Kayo. Ik had net de eerste opname achter de rug toen de regisseur vroeg het kledingstuk uit te trekken, vanwege de reclamewet. Toen ik aangaf dat ik Ritsko Kayo van Vliet heette mocht ik het aanhouden.
TROTS
Trots was ik op mijn lange, witte overjas. Voor mij een pronkstuk! Met de grootst mogelijke zorg probeerde ik de jas schoon te houden. Vele stap avonden ging het goed, tot dat ene moment in Automatiek Tromp. Terwijl mijn vriend Henk de Vries (als clown Henrico werkzaam bij circus Toni Boltini) en ik een frikandel speciaal opaten
vertelde ik hem een mop over een Chinees nudistenkamp. Ik had succes want hij proestte het uit van het lachen. Ik hoef niet te vertellen hoe mijn witte jas eruitzag. De stukjes ui en frikandel waren nog makkelijk te verwijderen, maar die rode vlek is er nooit goed uitgegaan.
SOKKEN
Wilde je echt iets speciaals dat ging je naar Tip de Bruin op de Nieuwendijk in Amsterdam. Oorspronkelijk was het een kledingzaak voor artiesten en musici, maar de modebewuste discogangers waar onder soulkickers uit La Bella konden daar net wat opvallender textiel kopen. Terwijl ik in de Grote Hoogstraat bij de Amstelbar achter de gokkast zat, sprak ik met vriend en collega-dj Theo van der Geest af om de volgende dag naar Tip de Bruin te gaan om een hip tweedelig pak aan te schaffen.
Na nog uur achter de eenarmige dief te hebben gezeten werd dat pak een broek met overhemd. Het zat die middag niet mee met het op een rij krijgen van het juiste fruit. Een dag later liep ik in Amsterdam de winkel uit met slechts een paar sokken. Maar wel sokken die in heel Leeuwarden niet te krijgen waren. Ach, kleren maken de man, ook onderaan bij je wijde pijpen. ■