Er is bijna geen inwoner van Leeuwarden te vinden die niet ooit in zijn of haar leven bloemen heeft gekocht bij Blomke fan Romke. De naam is bedacht door Rommert Dijkstra (80). Hij had jarenlang een bloemenzaak tegenover de Hema aan de Nieuwestad. Zijn zoon heeft ook een bloemenzaak, bij de Noorderbrug. Het was de vader van Rommert die ooit in de bloemen begon. Dat maakt drie generaties. Erg bijzonder en reden genoeg voor de Leeuwarder Seniorenkrant om Rommert aan het woord te laten.
Rommert werd in 1942 geboren, achter het Struivingspoortje (naast de voormalige bioscoop, tegenover Fire, op de Nieuwestad). Er woonden vier families in dat straatje, vertelt hij: Van der Ley, Van Echten, Faber en Feenstra. Ze hadden allemaal veel kinderen. “Op het bleekje stond nog een huisje, dat was de wc. De ton werd naar de vuilverbranding gebracht en de inhoud als mest gebruikt.” Rommert was de jongste van elf kinderen: vijf jongens en vijf meisjes. Eén kind overleed op jonge leeftijd. Rommerts vader handelde eerst in fruit, maar stortte zich al snel op bloemen omdat daarin minder concurrentie was. Door op straat te venten bracht hij zijn bloemen aan de man, of, waarschijnlijk eerder, aan de vrouw.
Huzaren van Boreel
Op de Nieuwestad zaten toen nog hotel Bellevue, bakker Weeda, drogist Biegel, manufacturenwinkel Favoriet, twee groenteboeren en V&D. Wat nu Fire is, was destijds het politiebureau. Rommert heeft een ijzeren geheugen en noemt alle namen moeiteloos op. “Hij weet zelfs nog hoe de kinderen in zijn klas op de kleuterschool heten”, vertelt zijn vrouw Maaike (73). Omdat het huis te klein werd, verhuisde het gezin naar de Heerestraat, waar drie cafés zaten: Mooie Juf, Frits Woldendorp en Vic Botella. Er zat ook nog een logement van Van den Berg. Een gezellige, fijne straat, aldus Rommert. Er waren altijd soldaten te vinden die in de kazerne verderop waren gevestigd. Wat hij zich ook herinnert, zijn de huzaren van Boreel, onderdeel van de Nederlandse Krijgsmacht. “Die reden door de stad op paarden met hun hoge hoeden op. Het zag er schitterend uit.”
Spaanse pepers
In de winter waren er geen bloemen en zijn vader had bedacht om dan ‘Spaanse pepers’ te gaan verkopen: wortelen die waren bewerkt met paraffine en met geel, rood en oranje werden gekleurd. Die maakte hij samen met nog twee mannen, bij duizenden tegelijk. Daar heeft Rommert nog een mooi verhaal over: “De wortelen werden gedroogd op een tak, maar ze vielen er steeds af. Een drogist gaf de tip om er analine aan toe te voegen. Zo gezegd, zo gedaan. Ondertussen was mijn moeder bonensoep aan het maken en ze had niet door dat er een potje analine op het aanrecht stond. Dat voegde ze aan de bonensoep toe. Mijn vader vertrouwde de kleur van de bonensoep niet en weigerde die te eten. De twee andere mannen deden dat wel. Niet veel later werden ze ziek. De dokter kwam erbij en concludeerde dat ze vergiftigd waren. Met de handkar werden de twee naar het stadsziekenhuis gebracht, dat naast de gevangenis De Blokhuispoortgevestigd was. Daar werd hun hun maag leeggepompt.”
Hersenbloeding
Pensioen
Foto’s: Simon van der Woude