Nynke van Duinen (77) is al bijna vijftig jaar actief als dansdocente. Sinds enkele jaren heeft ze een eigen dansstudio in Neushoorn, die zelfs naar haar is vernoemd.
Nynke is een opvallende verschijning: ze draagt om iedere vinger meerdere ringen, haar polsen zijn versierd met talloze armbanden, en ze heeft tatoeages. Haar ronde bril is zwart, net als haar kleding. Ze werd geboren in Brantgum, een dorp tussen Holwerd en Dokkum. Haar vader was slikwerker. “Ik heb ooit een dansact gemaakt geïnspireerd op zijn werk als slikwerker.” Slikwerkers zorgden ervoor dat een vruchtbare laag op de slechte wadgronden kwam te liggen, onder andere door het graven van geulen, het maken van akkertjes en het leggen van rijsdammen: dubbele rijen houten palen die in de klei werden geslagen, met daartussen een wand van gevlochten rijshout.
Middelste kind
Later verhuisde het gezin naar Ternaard, waar haar vader ging werken als conciërge van het van Aylvahûs, een buurthuis en sportschool. Nynke is het middelste kind in een gezin met twee oudere zussen, een jongere zus en een jongere broer. Haar moeder was huisvrouw. “Ze was een vooruitstrevende vrouw. Ze had graag willen studeren, maar in die tijd had je als vrouw die keuze niet.”
Als kind was ze erg sportief. “Ik schaatste veel, toen had je nog van die strenge winters. En op zondag gingen we met de bus naar Deventer, waar ze een kunstijsbaan hadden.” Ze stopte met schaatsen toen het wedstrijdelement haar tegen begon te staan. “Strijden om medailles en bekers? Nee,” zegt ze hoofdschuddend. Hetzelfde gebeurde met gymnastiek: ook daarmee stopte ze vanwege de competitie. Nu, met haar eigen dansstudio, doet ze bewust niet mee aan wedstrijden. “Ik ben nog zo’n oldskool balletjuf, denk ik. Ik zie mijn vak als kunst, niet als sport. Misschien zie ik het verkeerd, maar zo zie ik het.”
Moordbaan
Op haar elfde verhuisde ze naar Leeuwarden, waar haar vader conciërge werd van de ambachtsschool. Thuis werd Fries gesproken, daarbuiten Nederlands. Ze voltooide de ulo en begon op haar achttiende als telefoniste/typiste, eerst bij Cultuurtechnische Dienst en later bij PTT, dat toen nog gevestigd was achter het station. “Een moordbaan. Het was geweldig leuk en ik verdiende goud geld met al die onregelmatige diensten. Ik mocht bandjes inspreken en ging naar evenementen, zoals de Elfstedentochten om buitenlandse correspondenten door te verbinden met hun thuisland. En omdat ik zo onregelmatig werkte, had ik tijd voor de balletwereld.”
Haar eerste kennismaking met ballet verliep via Tessa Wijdeveld, die in 1969 een eigen klassieke balletstudio opende in de Grote Kerkstraat. Zij introduceerde toen nog onbekende dansvormen zoals jazzdans, moderne dans, tapdans en showmusical. “Ik denk dat ik haar leerde kennen via het kroegleven,” mijmert Nynke. Ze begon met één les per week, maar volgde al snel dagelijks les. “Ik was te oud om naar een balletacademie te gaan, maar ik heb wel mijn papieren gehaald zodat ik les kon geven, onder andere bij Tessa. Iets in mij wil overbrengen hoe mooi het is wat ik zelf doe. Ik probeer mijn leerlingen iets kunstzinnigs, iets moois bij te brengen.” Als kind had ze stijldansen geleerd bij Huub Adema, in het pand waar nu Campus Fryslân is gevestigd, maar dat was iets heel anders. “Ballet is kunst.”
Ze begon ook met lesgeven in Drachten, bij ’t Karwei, een kunstboerderij/centrum. Sinds 1984 heeft ze haar eigen dansschool. “Een school met een eigen gezicht”, benadrukt ze. De eerste was gevestigd in een zaal achter Café de la Paix in Drachten. Ook in Leeuwarden gaf ze balletles, onder andere bij Zalen Schaaf. In die jaren stopte ze ook met haar baan bij de PTT. “Door alle ontwikkelingen in de telefonie was het werk niet meer hetzelfde. Ik vond het verschrikkelijk. Toen ze naar het industrieterrein verhuisden, ben ik gestopt.”
Naast het lesgeven treedt ze ook met haar leerlingen. Niet in theaters, maar juist op straat. “Ik vind straatacts mooi. Je loopt door de stad, hebt interactie met het publiek, echt geweldig. In een groep is iedereen gelijk. Dik, dun, goed of slecht: dat valt niet op.” Zo traden ze op bij de straatfestivals in Leeuwarden en bij Peije Dei in Drachten. Op 4 juni waren ze bij het Belle Epoque festival in Oostende. En ze hebben in Kollumerpomp de Pompster Ryd Rintocht gedaan.
Gouden plekje
Sinds enkele jaren heeft ze een eigen zaal in Neushoorn. Ze geeft les op maandag-, woensdag- en vrijdagavond, telkens twee lessen per avond. Op vrijdag is er een kindergroep; de andere lessen zijn voor volwassenen. Haar kledingvoorschriften zijn: in het zwart en lang haar in een knot. “Toen ik 75 werd, is de zaal naar mij vernoemd.” Ze had allang met pensioen kunnen gaan, maar dat woord komt niet in haar woordenboek voor. “Dit is een gouden plekje. Ik voel me hier als een vis in het water. Het is hier zo heerlijk, ik word op handen gedragen. Ik ga hier tot mijn dood werken. Ze weten het nog niet, maar ze moeten me hier wegdragen,” lacht ze.
Nynke woont in het Sint Anthony Gasthuis. “Het mooiste plekje van Leeuwarden. De balletschool van Tessa zat vroeger vlakbij, in de Grote Kerkstraat. Het pand waar haar studio was gevestigd, is ook van het Sint Anthoon. Zo is de cirkel een beetje rond.”