Iedere dag belanden er zo’n driehonderd 65-plussers door een val op de Spoedeisende Hulp. Een heupfractuur of een polsbreuk heeft veel impact. Soms is een operatie nodig met aansluitend een verblijf in een zorginstelling om te revalideren. Veel ouderen zijn na een val zowel fysiek als mentaal in een slechtere conditie dan ervoor en dat heeft gevolgen voor hun zelfstandigheid. Het is dan ook belangrijk om een val te voorkomen.
Fysiotherapeut Mart Haan legt uit wat ouderen en hun mantelzorgers kunnen doen op het gebied van valpreventie. Mart heeft na zijn studie de master Fysiotherapie in de Geriatrie gedaan. Hij werkt onder andere in een woonzorgcentrum. “Het behandelen van ouderen is anders vanwege de complexiteit”, zegt hij. “Ze hebben vaak een combinatie van aandoeningen, bijvoorbeeld artrose in de knie, hartfalen en geheugenproblemen. Als geriatrisch fysiotherapeut breng je alle kwetsbaarheden op fysiek, psychisch en sociaal gebied in kaart en je overlegt indien nodig met andere zorgverleners. Met als doel dat iemand zijn of haar zelfredzaamheid zo lang mogelijk kan behouden. Want dat zorgt voor een betere kwaliteit van leven.
Valgevoeligheid
Een van die kwetsbaarheden is de valgevoeligheid. Mart vindt het dan ook erg belangrijk dat daar aandacht voor is. “Een val heeft meestal veel gevolgen. De kans dat je op hogere leeftijd iets breekt is groot. Dan is een ziekenhuisopname vaak onvermijdelijk. Wist je dat spiermassa al na een paar dagen afneemt als je in bed ligt en weinig beweegt? Daarnaast gaat de angst om opnieuw te vallen in het hoofd kruipen. Met als gevolg dat je nog minder beweegt en in een neerwaartse spiraal terechtkomt.” Hoe sterker iemand is, hoe sneller het herstel verloopt. “Better in, better out noemen ze dat. Een goede conditie, zowel lichamelijk als mentaal, scheelt echt een hele hoop.” Nog beter is het natuurlijk om een val te voorkomen. “Je hoopt altijd dat ouderen of de mensen om hen heen preventief aan de bel trekken. Maar een fysiotherapeut wordt vaak pas ingezet als iemand al gevallen is.”
Preventief onderzoek
Mart komt veel bij ouderen thuis en inventariseert dan de valrisico’s. Hij maakt daarbij onderscheid tussen intrinsieke (persoonsgebonden) en extrinsieke (omgeving gerelateerde) risicofactoren. “Bij intrinsieke factoren kun je denken aan verminderde spierkracht, stijfheid, bijwerkingen van medicatie, gehoor- en gezichtsproblemen, dementie en neurologische aandoeningen zoals een CVA of de ziekte van Parkinson. Je hebt daar niet altijd invloed op, maar je kunt bijvoorbeeld wel zorgen voor voldoende beweging en een goede bril.” Ook evenwichtsproblemen komen dikwijls voor. “Veel ouderen zijn duizelig als ze vanuit hun bed of stoel opstaan. Mijn advies is om in dat geval de beweging in kleine stukjes op te delen. Dus vanuit liggen naar zitten, even rusten, opstaan, blijven staan en dan pas beginnen met lopen.
Extrinsieke factoren zijn beter te beïnvloeden. Mart geeft graag een paar tips. “25% van de valincidenten komt door struikelen over een hoogteverschil: vloerkleden, losse tegels in de tuin, drempels. Vooral vloerkleden vormen een risico. Hoe mooi het ook staat, veiligheid is belangrijker.” Een tweede punt dat Mart noemt is de indeling van de woning. “Ik kom veel tegen dat de looproutes niet logisch zijn. Vaak staat de woning te vol en moeten de bewoners om van alles heen slalommen. Dan is de kans op vallen groter.”
Andere aandachtspunten
– Loop op stevig, goed passend schoeisel en niet op sokken of gladde sloffen
– Alles wat glad is levert een valrisico op. Maak een gladde trap en douche stroef met antislipoplossingen.
– Beugels in het toilet en de badkamer geven steun. Zorg ook voor een stevige trapleuning.
– Werk losse kabels altijd weg, daar struikelen echt heel veel mensen over.
– Zorg voor voldoende verlichting in (en om) huis. Hoe minder je ziet, hoe eerder je valt.
– Draag kleding die niet te wijd is en geen touwtjes of andere frutsels heeft waar je achter kunt blijven haken.
– Een rollator is een prachtig hulpmiddel, maar als je er te vroeg gebruik van maakt dan daag je jezelf niet meer uit qua evenwicht en beenspieren. Bij twijfel kun je dit altijd met een fysiotherapeut bespreken. Die kan objectief testen of een loophulpmiddel noodzakelijk is.
Het voorkomen van een val
Als je nog nooit bent gevallen, dan wil je dat graag zo houden. Naast het in kaart brengen van de boven- genoemde risicofactoren is voldoende bewegen een manier om een val te voorkomen. “Uit onderzoek blijkt dat oefeningen op het gebied van kracht, conditie en balans het valrisico verkleinen. Voldoende bewegen is in tijden van corona lastiger gebleken en ik begrijp dat veel mensen zich er toe moeten zetten. Toch is even buiten een frisse neus halen of thuis zo actief mogelijk zijn essentieel.
Ook de hersenen uitdagen met een puzzel of spelletje is heel goed. Als je nog voldoende mobiel bent, kun je zelf oefeningen doen. Bijvoorbeeld vanuit de stoel of met steun van de tafel of het aanrecht. Ben je wat kwetsbaarder, dan is het verstandiger om in een oefenzaal of aan huis onder begeleiding van een fysiotherapeut aan de slag te gaan. Misschien zie je geen verbetering, maar behoud van spierkracht, evenwicht en conditie is ook belangrijk.
Oefenen na een val
Valtraining
En dan is er nog valtraining. “Die is er op gericht om de gevolgen van een val te verminderen. Door valtraining automatiseer je hoe je moet vallen, in de hoop dat je daarmee een botbreuk voorkomt.” Aangezien een heupfractuur één van de meest voorkomende fracturen is en grote gevolgen kent, dragen sommige ouderen preventief een heupprotector. Dit is een soort kussen onder je kleding dat je heup beter beschermt bij een val.
Meer informatie vind je op VeiligheidNL | Kenniscentrum Letselpreventie
Foto: Simon van der Woude