Joepie, ik ben 65 jaar geworden! Weer een beetje wijzer… of niet. Het was in ieder geval een feestje waard met familie en vrienden. Carpe Diem, nietwaar?
Wat gaat de tijd toch snel… ik ben niet de enige die dat denkt. Maar het is echt zo. Met zestig jaar deed ik een beetje lacherig over mijn klunzigheid. Vandaag wilde ik voor de derde keer een leesbril opzetten terwijl ik al één op had. Tja, wat moet ik daarvan denken. Ook namen heb ik regelmatig niet paraat. Gelukkig maken mijn man en ik er nog grapjes over, al heeft hij een aanleiding om iets te vergeten. Hij heeft twee keer een herseninfarct gehad waar hij goed van hersteld is, maar toch zijn er kleine dingetjes in het geheugen veranderd. Niet dat we ons er te druk om maken, want het hoort nu eenmaal bij het ouder worden. Je kunt het ontkennen, maar er mee omgaan en erover nadenken helpt ons meer dan klagen.
OUDERDOMSKWALEN
Ik ben dankbaar voor de jaren in gezondheid. Het is een kwestie van geluk hebben. Je kunt er niet omheen: tijdens gesprekken op feestjes gaat het vaker over die en die met een ziekte of ouderdomskwalen. Bah, alleen het woord al! Vroeger was de opmerking ‘Alles gaat hangen, behalve het tandvlees’ nog grappig. Nu je zie je je lijf langzaam veranderen in een rimpelige huid met vlekken en vreemde vetbultjes op plekken waar je ze niet wilt. Gelukkig is er nog veel aan te doen met make-up en de juiste kleding.
Een aantal jaar geleden deed ik mee met een dans over ouder worden. We mochten ook een eigen zin uitspreken over het onderwerp. “Ik denk steeds vaker aan de dood,” zie iemand van de groep. Die zin heeft een grote impact op mij gehad: sindsdien doe ik dat ook. Ik lijd er niet onder, maar het is er gewoon. Toen ik twintig was, werd mijn bewustzijn voor de dood heel realistisch en kon ik panisch worden bij de gedachte daaraan. Ik vind het nog steeds een moeilijk vooruitzicht. In overlijdensadvertenties staan steeds vaker mensen die jonger zijn dan ik. Onlangs hoorde ik op tv een pastoor zeggen: “Het is goed om met het einde bezig te zijn omdat je dan beter weet wat je in het leven wilt betekenen.” Dat vond ik heel bemoedigend. Het relativeert, ik kan zaken beter loslaten, rommel opruimen, letterlijk en figuurlijk. Het is fijn om je niet meer zo druk te maken. Ik zit wat dat betreft nog wel in een leerfase, hoor, want ik strijd nog wel voor onrecht en zet me nog volop in voor mijn medemens.
VERHUIZEN?
We wonen al jaren in een gezinswoning in een kleine gezellige straat. We kennen elkaar en hulp is niet ver weg. Toch denken we regelmatig na over een toekomstige woonplek. Gelijkvloers wonen, energiezuinig. En betaalbaar. Ik hoop dat we het nog gaan meemaken dat er meer – betaal bare- huizen of appartementen worden gebouwd. Zolang mijn man zich nog met zijn geliefde tuin vermaakt, blijven we. Bovendien hebben we nu alle voorzieningen op korte afstand.
BEJAARDENTEHUIS
De 65-plussers van twee generaties geleden hadden geen woonzorgen, zij mochten naar het bejaarden tehuis waar ze in de watten werden gelegd. Er werd voor ze gekookt, ze deden spelletjes, de kamer werd schoongehouden. Wilde je iets zelfstandiger dan ging je in een aanleunwoning. Die zijn er nog wel, maar de indicatie voor toewijzing ligt aanzienlijk hoger. Toen ik in de jaren ‘80 in een cabaretploeg speelde en we door de hele provincie reisden, riep H – als typetje – steevast als we in de buurt van Harlingen reden: “Sille we even nei Dukdalf, myn beppe goeie sizze.” Ik blijf glimlachen als ik daaraan denk. We zouden als we oud waren met elkaar in een bejaardenhuis gaan wonen en dan de hele dag met elkaar zingen en muziek maken.
KNARRENHOFJE
Tegenwoordig heb je het moderne, hofje-achtige woonconcept voor 55-plussers, waarbij zelfstandigheid en privacy gecombineerd worden met sociale betrokkenheid en onderlinge hulp, vaak rondom een gezamenlijke binnentuin. Levens loopbestendig, vermindert eenzaamheid. Genaamd: Knarrenhof. De naam is bedacht door Peter Prak, naar aanleiding van een sketch over krasse knarren van Kees van Kooten en Wim de Bie. Een van de definities van een knar is een kras oudje, meestal een man. Ik was grote fan van het Simplisties verbond, maar met deze naam krijgen ze mij niet in zo’n hofje.
MIJMEREN
Tja, geen mens kan de toekomst voorspellen, maar ik kan heerlijk mijmeren als ik met ons hondje wandel in het parkje. Daar, in alle rust laat ik mijn gedachten gaan en heb ik leuke gesprekken met andere hondeneigenaren en toevallige voorbijgangers. En zet ik de tijd even stil. ■
Myn lea telt de jierren
Myn holle net
Myn tinzen skeakelje muoiteleas fan
Bern, folwoeksene nei âldere
Hooplik bliuwe se lang frij
Huppeljend troch de buorren
Dûnsjend op’e maat fan de muzyk
Rinnend op it ritme fan de dei
Mei leafde om my hinne
Ferstean ik de keunst fan it libben
Mei myn motto:
Pikerje net, it komt dochs oars
Ik gean in nij libbensjier temjitte
Mei sin en wille-
Jeltsje de Boer