InterviewsVan allesVrije tijd

Caja Cazemier

'Als kind schreef ik al verhaaltjes'

In de woonkamer van jeugdboekenschrijfster Caja Cazemier (67) staat een boekentoren die bijna tot aan het plafond reikt: het zijn alle boeken die ze heeft geschreven. Haar psychologische jeugdromans werden meerdere keren genomineerd en in 2008 won ze de Prijs van de Jonge Jury voor Vamp.

’Als kind schreef ik al verhaaltjes en ik schijn te hebben geroepen dat ik later schrijfster wilde worden, al weet ik het zelf niet meer.’ Ze werd geboren in Spijkenisse en is getogen in Groningen. Haar ouders waren fervente lezers. ‘Ik heb de hele bibliotheek gelezen, behalve de jongensboeken en oorlogsboeken. Als dertienjarige stond ik voor de boekenkast van mijn ouders stond en dacht: wat kan ik lezen?’ Haar vader was predikant.

‘Zijn studeerkamer stond vol boeken. Als we logées hadden, mocht ik daar slapen en dan hoopte ik dat ik vroeg wakker zou worden zodat ik extra tijd had om te lezen. Op vakantie ging er ook altijd een boekenkist mee.’

WARM NEST
Een ongelukkige jeugd is een goudmijn voor een schrijver, zo wordt gezegd, maar die vlieger gaat voor Cazemier niet op. ‘Ik kom uit een warm nest en heb een prettige, veilige jeugd gehad. Ik zette me niet heel erg af tegen mijn ouders en heb zeker niet met van alles en nog wat geëxperimenteerd. Ik was veel op mijn kamer. Lezen en tekenen.’ Wat ze ook veel deed als kind was ‘schooltje spelen’. ‘Na het vwo ging ik naar de universiteit om Nederlandse taal- en letterkunde te studeren omdat ik eerstegraads docent wilde worden. Ik wilde lesgeven aan pubers.’ Ook de doelgroep waar ze voor schrijft. Vanwaar die interesse voor pubers? ‘Dat kan ik niet goed beantwoorden. Ik ben vooral heel nieuwsgierig naar hoe pubers zijn. Op die leeftijd verandert er veel, er valt van alles te ontdekken: wie ze zijn, wat ze willen. Er gebeurt ook heel veel in hun levens, op het gebied van seksualiteit, liefde, ruzies met ouders of andere dingen die hun wereld op de kop zetten.’

OVERZICHTELIJK
Haar allereerste baan bracht haar naar Rotterdam. Daar werden ook haar twee zoons geboren. Ze had het er niet naar haar zin. ‘Ik vond het te druk in de stad. Vies ook. En de benedenverdieping werd te krap. Onze slaapkamer was ook werkkamer en babykamer.’ Zij en haar man, wiens familie uit Friesland komt, wilden terug naar het noorden. Ze vonden allebei werk in Leeuwarden, een stad die ze helemaal niet kende. Van dat besluit heeft ze nooit spijt gehad. ‘Leeuwarden is overzichtelijk. In Rotterdam kwam ik nooit een bekende tegen als ik ging wandelen. Leeuwarden heeft ook een fijne sfeer.’ In Leeuwarden werd haar derde zoon geboren.

GENOMINEERD
In die periode debuteerde Cazemier met het boek Portret van Sanne. ‘Ik stond al een aantal jaar voor de klas en maakte van alles mee. Er zaten allemaal verhalen in mijn hoofd en ik voelde sterk de behoefte om weer te gaan schrijven. Tijdens een fietsvakantie met mijn man heb ik toen het hele verhaal uitgedacht.’ Portret van Sanne gaat over een lesbisch meisje. ‘Het was eind jaren tachtig. Er waren wel boeken over homojongens, maar geen enkel boek over een lesbisch meisje.’ Haar tweede boek Iris werd genomineerd voor de Prijs van de Nederlandse kinderjury 12 tot 15 jaar.

ONGEMOTIVEERD
Lesgeven, schrijven en het moederschap combineren viel niet mee. ‘Ik raakte overspannen. Mijn uitgever moedigde me aan te blijven schrijven en ik besloot te stoppen met lesgeven.’ Dat besluit gaf veel rust. Na haar scheiding ging ze weer voor de klas staan, maar ‘het werkte niet meer. Ik was ongemotiveerd. Ja, dat merken die pubers natuurlijk ook.’ De bedrijfsarts raadde haar aan om bij zichzelf te rade gaan wat ze écht wilde. Dat wist ze, maar: kon het financieel ook? Haar nieuwe partner steunde haar, net als haar uitgeefster. ‘Ik moest toch van de pen kunnen leven?’ En dat lukte. Naast het schrijven legde ze schoolbezoeken af en volgde ze een opleiding tot jeugdcoach.

STOF TOT NADENKEN
Aan inspiratie ontbreekt het haar nooit. Haar leerlingen, en later ook haar eigen kinderen, zorgden voor genoeg stof tot nadenken. ‘De manier waarop ze praten, hoe ze zich kleden, de gesprekken die ze hebben.’ Al neemt ze niks een-op- een over, benadrukt ze. ‘Het is meer dat ik aan het denken wordt gezet.’ Ze geeft een voorbeeld: ‘Tijdens een schoolbezoek vroeg een leerling of ik wel eens een boek had geschreven over adoptie. Haar vraag zette het idee in gang over een meisje dat ontdekt dat haar vader niet haar biologische vader is.’

KLEINDOCHTER ALS KLANKBORD
Haar eigen kinderen waren geen grote lezers, al hebben ze een aantal van haar boeken gelezen. ‘De oudste en de middelste heb ik ook wel manuscripten gegeven met de vraag of ze bepaalde dingen wilden checken.’
Nu dient haar dertien- jarige kleindochter als klankbord. Het verhaal voor Circus Fantastini bedachten ze samen. Het is een boek met toneelteksten: je kiest een rol en leest samen hardop de dialogen voor.
‘We hebben het samen proefgelezen.’ Dat geldt ook voor Het grote reddingsplan, over een meisje dat op alle mogelijke manieren probeert haar ouders weer bij elkaar te krijgen.

Foto: Simon van der Woude

HET HOEFT NIET, HET MAG
Cazemier krijgt AOW, maar blijft schrijven, al geniet ze momenteel van een lange vakantie. ‘Een luxe.’ En de verdienste van veertig jaar werken en meer dan dertig jaar schrijven en schoolbezoeken afleggen, weet ze. ‘Voorheen voelde ik altijd een soort onrust om door te gaan met het volgende onderwerp. Er was altijd wel een nieuw idee. Dat heb ik nu niet en ik voel ook niet de behoefte om naar iets op zoek te gaan.’ Ze citeert haar partner Bertus. ‘Hij zegt altijd: het hoeft niet, het mag.’ Haar dagen vullen zich met wandelen, borduren, pianospelen, met vriendinnen afspreken en vrijwilligerswerk. ‘Ik sta beneden in de kiosk bij De Harmonie en bij Humanitas ben ik verbonden aan de projectgroep voorlezen. Een uur in de week breng ik door met kinderen van niet-Nederlandstalige ouders en dan lezen we, kletsen we of doen we spelletjes.’ Ook gaat ze veel naar het theater en musea en past ze een dag in de week op haar kleinzoon van anderhalf jaar. En lezen, niet te vergeten. ‘Ik lees nog steeds heel graag jeugdboeken.’ ■

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Check Also
Close
Back to top button
Close
Close