Wie aan Oscar Zijlstra (69) denkt, denkt ook meteen: grote snor, grote handen. En maker van één van de mooiste goals ooit in de voetbalhistorie. Hij begon laat aan zijn voetbalcarrière: hij was 27 toen hij onder de lat bij Cambuur stond. Oscar genoot er volop van. En genieten doet hij nog steeds: van zijn kleinkinderen en lange wandelingen met zijn hond.
Waar nu het MCL staat, lagen vroeger de voetbalvelden van Friesland en FVC. “We moesten eerst de schapen van het veld jagen, anders konden we niet voetballen. En dan kwam Klaas Keutel de schapenkeutels uit het gras halen.” Het was zijn broer, Oscar is de jongste van zeven kinderen, die hem met het voetbalvirus besmette. Of beter gezegd, met het keepervirus, want: “voetballen kon ik niet”. Als zijn broer moest keepen stond de kleine Oscar achter de goal. Hij was ‘al’ 27 toen Cambuur belde dat ze langs wilden komen voor een gesprek. Oscar werkte op dat moment als slager (net als zijn vader ooit), was getrouwd en vader van twee kinderen. “Ik had altijd geroepen dat ik nooit bij Cambuur wilde spelen. Ik hield van het vrije leven, ging graag op stap.” Toch ging hij overstag. “Ik had altijd een grote mond, dus ik vond dat ik het dan ook moest waarmaken.”
Blunder
Acht seizoenen lang speelde hij voor de club. Zijn eerste wedstrijd was meteen een van de meest beladen duels: tegen aartsvijand Heerenveen. Cambuur verloor met 3-2, mede door een blunder van Oscar. “Ik liet de bal los.” Zoals iedere sportman kan ook Oscar niet tegen zijn verlies. “Ik beleefde een wedstrijd altijd drie keer. Voor, tijdens en na. Na een verloren wedstrijd stond ik de volgende dag om vijf uur op en liep langs het water. Dan had ik de ziekte in.” Zijn doelpunt tegen Willem II dat hij in één keer scoorde door een uittrap, is een van de meest memorabele doelpunten ooit en te zien op Youtube. Zijn mooiste herinnering aan Cambuur is een reis naar Japan. “We hebben als team een krans gelegd bij het monument in Hiroshima.”
Wielrennen
In 1987 nam Oscar afscheid. In een gat viel hij niet. Al die jaren bij Cambuur was hij namelijk blijven werken. Door een hernia moest hij stoppen als slager, maar achteroverleunen is er niet bij. “Ik ben altijd buiten.” Zijn hond Flora houdt hem dan gezelschap. “Ik zag haar op Marktplaats. Ik reed naar het adres toe en ze sprong meteen in mijn armen. Sindsdien zijn we onafscheidelijk.” Sport neemt nog steeds een belangrijke plek in zijn leven in. Hij mag graag wielrennen. Een kleinzoon voetbalt en een andere kleinzoon is wielrenner. Finn Hiemstra werd onlangs tweede van Nederland in de ploegentijdrit. Wie weet heeft hij het sportgen van zijn opa meegekregen. ■
Foto’s: Simon van der Woude