LeeuwardenVroeger

Opa op pad: Een kermis met de de fijnste artiesten

Ritsko van Vliet is sinds eind 2021 opa. Iedere dinsdag past hij op zijn kleinzoon Julian. Weer of geen weer: Ritsko neemt de kleine mee de stad in. Deze ommetjes brengen herinneringen naar boven aan zijn eigen kindertijd. In persoonlijke verhalen vertelt Ritsko over deze jeugdervaringen in de Friese hoofdstad van de jaren vijftig en zestig.

Al fietsend kwam ik met Julian terecht bij de zomerkermis op het Zaailand. In de verte wees hij al naar het supergrote reuzenrad. Met zijn anderhalf jaar is hij nog te klein om echt van dit vertier te genieten. Alle prikkels maakten hem zelfs een beetje bedeesd. Als je van vier kanten muziek in je oren krijgt, dan weet je ook niet waar je het moet zoeken. Gelukkig was het op deze dinsdagmiddag niet erg druk, zodat we gemakkelijk een rustig hoekje konden vinden tussen de schiettent en de suikerspin.

Ik zocht met Julian de plek op waar ik in 1956 met mijn vader stond te kijken naar de welbespraakte bonnasseur (presentator) van de paradetent van Akkerman Boltini. Hoe ik dat weet? Ik kwam een foto tegen van een vol Wilhelminaplein met tussen de nieuwgierige massa een klein jongetje met donker haar op de arm van zijn vader. Die peuter was ik. Bij het zien van de foto kwamen vage herinneringen naar boven van dansende dames, een sterke man en een slangenmens. Met het showen van een deel van hun act lokten zij de toeschouwers naar binnen.

Verbonden met mijn vader

De foto staat in de derde editie van Och Heden Ja van LC-redacteur Henny Keikes. Een boekje uit 1966 over Leeuwarden in vroegere tijden. Ik was erg verguld met die foto. Enerzijds omdat ik weinig jeugdfoto’s heb, anderzijds omdat ik zie dat ik daar echt verbonden ben met mijn vader. Een gevoel dat langzaam wegsmolt toen hij voor zijn artiesten- en hotelwerk uit mijn dagelijkse leven verdween. Toen hij na jaren van omzwervingen weer in Leeuwarden terugkwam, had ik niet het gevoel dat mijn pa terug was. Wel een leermeester die zorgde dat ik hem later als artiest kon opvolgen.

Ik was al vroeg bekend met de artiestenwereld. In een eerder verhaal beschreef ik al hoe ik met mijn vader achter in de taxi meeging naar zijn kindervoorstellingen. En als mijn opa en oma op visite waren, mocht ik zelfs mee naar een avondshow als hij vroeg in het programma stond. Ook sloop ik met hem tussen de coulissen van De Harmonie om van de zijkant rolschaatsers, acrobaten en illusionisten van dichtbij mee te maken. Een keer moesten wij abrupt de toneeldeur opzoeken toen ik de klep van de begeleiderspiano op mijn vingers kreeg. De huilbui moet boven het orkest van Variété Faveur uitgekomen zijn.

Mierzoete thee

Als ik stro vermengd met mest ruik, doemen gelijk beelden op van circusstallen vol exotische dieren. Olifanten, tijgers, kamelen, lama’s: ik heb ze allemaal van dichtbij meegemaakt. Dichterbij dan een bezoeker ooit vanachter het veiligheidstouw kon komen. Want pa had overal contacten. En kende hij de artiesten niet, dan was hij binnen tien minuten bevriend. Het talenwonder sprak ze aan in het Duits, Frans, Arabisch of Russisch en het contact was gelegd. Voor ik het wist zat ik met de Marokkaanse mannen van de menselijke pyramide mierzoete thee te drinken. En mocht ik op schoot bij de langste cowboy van de wereld. Deze man was zo lang, dat ik hem zag bukken toen hij op de Eewal aan de overkant van mijn grootouderlijk huis bij apotheek Van Spanje naar binnen ging. Ik had nog bijna Sabu geheten, want ik werd geboren toen deze jongen op een olifant met circus Mikkenie door het centrum ging. De naam is niet een van mijn vijf voornamen geworden, omdat het volgens de ambtenaar niet in zijn boekje stond.

Mechanische attracties

Toen ik met Julian rondliep, zag ik nergens nog een artiest op de kermis. Enkel mechanische attracties, waarbij het vooral de kunst is om de inhoud van je maag binnen te houden. Ik koester de herinneringen aan motoren gekleefd aan de steile wand. Aan de tent waar je met een soort 3D-brilletje van alles op je af zag komen. En aan de fakir die met metershoge vlammen het avondschemer oplichtte. Ik moet nog steeds glimlachen bij die herinneringen.

Mijn vader trok altijd een triest gezicht als hij in een nostalgische bui alle hem bekende artiesten noemde die door de komst van de tv hun werk waren kwijtgeraakt. In een artikel van Asing Walthaus in de Leeuwarder Courant van 20 januari 2001 mijmerde pa: “Als je vroeger doodging, dan was er altijd wel een kermis met de fijnste artiesten die je dan zou missen. Nu is er niks meer aan, dus kun je rustig doodgaan.” Terwijl mijn dochter Daphne een paar foto’s van Julian en mij schiet, vraag ik mij af hoe de kermis er later voor mijn kleinzoon uitziet. Alles nog groter, sneller, uitdagender dan het nu al is? Is het centrum van de stad dan nog de plek waar dit mogelijk is? Of gaan we samen een middagje naar het Fries Straatfestival zodat hij dat oude vermaak kan zien? Wie weet doet hij het dan voor opa, omdat die zo vol overgave vertelt hoe zijn vader hem altijd meenam naar circus en variété. ■

Mocht je nog mensen herkennen op de foto uit 1956, dan wil het Historisch Centrum Leeuwarden dit graag weten. Reacties kunnen naar historischcentrum@leeuwarden.nl

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Check dit ook
Close
Back to top button
Close
Close