Dit is het tweede artikel in een serie die Riemie van Dijk schrijft over senioren met een passie voor muziek. Hoe is muziek in hun leven gekomen? Wanneer, hoe en met wie maken ze muziek? Wat betekent muziek voor hen en wordt die betekenis anders naarmate ze ouder worden?
Leeuwarder Mieke Welman (77 jaar) kan zich geen leven zonder muziek voorstellen. In haar jonge jaren speelde ze in verschillende orkesten. Toen haar vijf kinderen jong waren en ze het gezinsleven combineerde met werk, stond de muziek even op een lager pitje. Anno nu speelt Mieke dagelijks; onder andere in het Fries Kamerorkest.
Nadat onze fotograaf haar met haar prachtige altviool op de gevoelige plaat heeft gezet, vertelt Mieke geanimeerd over een leven vol muziek.
Handen volgroeid
Alle kinderen in het gezin waarin Mieke opgroeide kregen muziekles. “Mijn moeder was behoorlijk muzikaal. Ze speelde piano en heeft jarenlang gezongen bij een koor in Amsterdam. Net als iedere violist ben ik al op jonge leeftijd begonnen met muziekles. Toen ik groter werd ben ik overgestapt naar de altviool. In die tijd moesten je handen volgroeid zijn om altviool te kunnen spelen. In mijn studententijd heb ik in een studentenorkest gespeeld. Heel bijzonder: we repeteerden in januari en daarna deden we een tournee van tien tot twaalf concerten. We kregen vrij van de universiteit om een maand lang muziek te maken. Later in mijn studententijd heb ik nog in een strijkkwartet gespeeld. Dat kwartet bestaat nog steeds, al zijn we vanuit Amsterdam verspreid geraakt over het land.”
Fries Kamerorkest
Sinds 2002 speelt Mieke in het Fries Kamerorkest, dat vanwege haar omvang eigenlijk Fries symfonieorkest zou moeten heten. Een kamerorkest bestaat uit zo’n twintig tot vijfentwintig mensen, terwijl het orkest waar Mieke in speelt uit vijfenveertig leden bestaat. Mieke: “Het Fries Kamerorkest heeft veel strijkers in alle groepen, houtblazers die twee aan twee verdeeld zijn over fluit, hobo en fagot, hoorns, trompet (er is een vacature) en een paukenist.” Qua leeftijd kent het orkest een grote diversiteit. “We hebben musici van twintig jaar, twee nieuwe leden van een jaar of vijftig, mensen van mijn leeftijd en twee zelfs nog iets ouder.” Ze repeteren elke maandagavond van 19.30 tot 22.00 uur in een ruimte van de VEC op het Zuidvliet. Mieke: “Ik ben na afloop best wel uitgeput. Onze dirigent is buitengewoon aardig en kundig, maar eist discipline en dat moet ook.” De focus van het orkest is momenteel gericht op het nieuwjaarsconcert van 7 januari in de Lounge van het WTC-hotel. “Een vrolijk programma!” is de wervende uitnodiging van Mieke.
Grenzen opzoeken
Mieke haar liefde voor muziek zorgt voor bijzondere ontmoetingen en momenten. Zo kijkt ze met veel plezier terug op een uitwisseling met een koor uit Engeland. “We zijn met het hele orkest naar Londen geweest, waar we gespeeld hebben met een Engels koor. Drie weken later zijn ze hier naartoe gekomen en hebben we gezamenlijk een mis van Haydn opgevoerd. De grote kerk was afgeladen!”
60-jarig bestaan
“Vorig jaar hebben we het 60-jarig bestaan van het orkest groots gevierd. Toen hebben we in de Harmonie gespeeld, dat was geweldig. In Friesland kunnen we bijna geen locatie vinden die passend én betaalbaar is. Dankzij onze dirigent heeft het orkest een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Hij moedigt ons aan de grenzen op te zoeken. We spelen nu programma’s die uitdagend zijn en waar het publiek enthousiast op reageert.” Reden voor Mieke om af en toe weer op les te gaan. “Een instrument bespelen vraagt veel kundigheid. Als je techniek tekort schiet, kun je niet spelen.” Glimlachend: “Brahms en Beethoven houden daar geen rekening mee.”
Veel studeren
Zeker vijf dagen per week studeert Mieke anderhalf uur voor het Fries Kamerorkest. “Van onze dirigent moeten we een stuk zestig keer beluisteren, zodat we weten hoe de andere stemmen klinken”, licht ze lachend toe. Daarnaast ontvangt ze eens in de twee weken twee strijkorkesten bij haar thuis. En een keer per drie maanden gaat ze een dag naar Amsterdam om te spelen met het kwartet uit haar studententijd. Trots: “We spelen inmiddels al 55 jaar samen.” Ook is ze sinds kort betrokken bij een barokgezelschap. “Toen we nog in Workum woonden, speelde ik in een barokorkest van Haite Pruiksma. Dat ging ik missen. Barokmuziek is totaal anders dan symfonische muziek. Van strijkers vraagt het een andere strijktechniek. Je mag de noten niet aan elkaar vast smeren en daardoor krijg je de prachtigste harmonieën. Met name Bach is daar een meester in. Ik volg nu lessen via de Bach Academie. Laatst heb ik weer een cantate gespeeld, heerlijk!”
Geest aan de gang
Mieke heeft een uitgesproken visie als het om de waarde van muziek bij het ouder worden gaat. “Muziek maken is een van de beste dingen om je geest aan de gang te houden. Zeker in een orkest, omdat je daar je hersenen op heel veel niveaus tegelijk moet laten werken. Je moet letten op de dirigent. Je moet luisteren naar wat er om je heen gebeurt. Je moet de muziek lezen en die vertalen naar motorische dingen die technisch vernuft vragen.” Dat kost de nodige energie, weet Mieke. “Ik merk dat alles tegelijkertijd doen moeilijker wordt. En soms heb ik iets meer tijd nodig. Maar het levert ook veel energie op. Laatst speelden we een concert van Mahler, waarbij een mezzosopraan zong. Alles ging zo organisch, alsof het vanzelf ging. Menig lid van het orkest raakte ontroerd.”
Geen achtergrondmuziek
“Muziek is een wezenlijk onderdeel van mijn leven”, besluit Mieke. “Geen achtergrondmuziek. Dat wordt een soort behang en dat maakt me onrustig. Muziek, daar moet je naar luisteren. Of maken, dat is nog leuker natuurlijk!” ■