De zomer staat voor de deur. Dat betekent warmer weer en meer naar buiten. Voor de meesten van ons betekent dat ook minder kleding aan. En dat is altijd weer even schrikken. Een bleek lijf en… huh, heb ik zoveel buikvet? Aan de slag dus! Iedere dag een kwartiertje in de zon is voldoende om wat kleur op de wangen te krijgen en de vitamine D aan te vullen. Maar goed, daarmee zijn we er nog niet. Bewegen is tegenwoordig het motto.
Als kind was ik altijd in beweging. Turnen, kaatsen, schaatsen op natuurijs (wie kent het nog), zwemmen, boomklimmen, polsstokspringen. Bij mooi weer werden we naar buiten gestuurd en waren we de hele dag actief. Pfff, wat is er weinig van overgebleven. Het liefst zit ik achter de laptop, lees ik een boek of doe ik een spelletje op de telefoon. Ook de huishoudelijke taken voer ik niet meer zo frequent uit. Ramen lappen en schoonmaken, het zijn mooie oefeningen voor de spieren. Nou, in het voorjaarszonnetje wil ik het nog wel doen, maar energiek poetsen is er niet meer bij. ’s Morgens tijdens het koffiedrinken komt Nederland in beweging regelmatig voorbij. Ik mag er graag naar kijken (met de nadruk op kijken) en neem mij dan voor om in de middag via uitzending gemist mee te doen. Helaas, ik mis het tot nu toe iedere keer.
Hoeveel beweging is nodig?
Omdat ik niet -meer- sportief ben, google ik om erachter te komen hoeveel inspanning minimaal nodig is om gezond te blijven. Thuisarts.nl lijkt me een betrouwbare site. De conclusie is 2,5 uur per week actief bewegen, bijvoorbeeld wandelen, fietsen, hardlopen, voetballen, fitness, dansen of een vechtsport. “Maak ook je spieren en botten sterker”, lees ik. Dat kun je doen met oefeningen of krachttraining. Er is geen ontkomen aan: bewegen is gezond. Als je genoeg beweegt, heb je een kleinere kans op ziektes van je hart- en bloedvaten, diabetes, somber zijn of dementie. Zo, dat is mooie gerichte informatie. Geen van de genoemde ziektes is op dit moment van mij op toepassing. Maar om dat zo te houden moet ik dus 2,5 uur per week bewegen; dat is ruim twintig minuten per dag.
Wat ga ik dan doen?
Appeltje-eitje zou je zeggen. Drie keer per dag wandelen met de hond en klaar. Maar ik moet eerlijk zijn. Is dat actief te noemen? De hond snuffelt het liefst de hele tijd, dus die activiteit is meer slenteren dan bewegen. Tja, dan moet er nog wat bij. Fietsen misschien. In april is het project ‘Doortrappen’ gestart in de gemeente Leeuwarden. Veiliger fietsen tot je 100e. Met een fietsspiegel en een helm op. Mmm… nog even niet. Eens kijken wat ik dan kan doen. Hardlopen? Nee, dat is echt mijn ding niet. Ik ben er niet op gebouwd en ik kan niet in een cadans lopen. Voetbal dan? Vol afschuw moet ik denken aan de ‘feestelijke’ slotdag van een seizoen waarbij de moeders tegen de kinderen moesten voetballen. Na één keer het halve veld overrennen moest ik al bijna aan het zuurstof. En dat gras is hard als je valt! Ik snap niet dat zoveel voetballers zich bij het minste of geringste laten vallen. Voetbal valt dus eveneens af; ook gezien mijn leeftijd trouwens.
Oke, fitness, dat heb ik gedaan en het was te doen. Maar de verplichting van twee per week ging me op een gegeven moment tegenstaan. Dansen dan? Enkele jaren geleden heb ik meegedaan aan een dans over ouder worden. Het was een hele leuke ervaring, maar het ontbrak mij aan de benodigde sierlijkheid die ik nodig acht voor dansen. Zou een vechtsport beter zijn? Boksen hoeft voor mij niet, maar ik las een aankondiging voor een cursus Tai Chi. Het wordt beoefend vanwege de gezondheids-bevorderende eigenschappen, maar ook als een vechtsport voor zowel zelfverdediging als voor het uitschakelen van opponenten, aldus Wikipedia. Klinkt goed! De bewegingen worden langzaam in een vaste volgorde uitgevoerd, maar het is lastig om het onder de knie te krijgen. Zeker als ik kramp in de tenen krijg ben ik snel afgeleid. Dat ik dan vervolgens de slappe lach krijg helpt ook niet echt. Wel heel ontspannend, maar in een stille ruimte waar serieus wordt geoefend niet handig. Na tien lessen houd ik het voor gezien. Tja, dan hebben we nog de krachttraining. Ik neem me iedere dag voor om dit te doen, want het kan gemakkelijk thuis. Met dumbells, grondoefeningen, squats. Af en toe lukt het. Als ik op het doorlopen van de koffie wacht. O ja, ik heb ook een keer een tocht gemaakt op de step. Om en om lekker met de benen zwaaien. Ik was de straat nog niet uit, toen ik vanuit mijn brein het signaal kreeg: omkeren! Maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb het toch mooi -eenmalig- 12 kilometer volgehouden. Maar ja, aan eenmalig heb je niet echt veel. Dan bedenk ik dat er sinds kort op loopafstand van ons huis een buitengym is. Daar hangen ringen. Als kind maakte ik ontelbare vogelnestjes. Nog eens proberen? Bij de gedachte lig ik al in een deuk en het antwoord laat zich raden.
Zingen
Ik google nog een poosje verder en word moe bij het zien van alle reclames en adviezen van zorgverzekeraars. Je wordt doodgegooid met wandelroutes en fietsvakanties. Maar dan stuit ik op de volgende tekst: ‘Zingen is een sport’. Tijdens het zingen haal je dieper adem, er wordt meer zuurstof opgenomen door je longen en het verbetert je conditie. Daarnaast train je belangrijke spiergroepen in je lichaam. Voornamelijk je buikspieren en tussenribspieren worden aangesproken tijdens het zingen. Hè hè, ik ben er uit, want zingen is mijn hobby! Als ik de hond uitlaat en op de fi ets boodschappen ga doen (en dan langs de sportschool kom), dan doe ik dat zingend. En bij ons koor zing ik als sopraan het hoogste lied. Dus eigenlijk ben ik gewoon al heel goed bezig. Eind goed, al goed. Laat de zomer maar komen! ■