We kennen presentatrice en journaliste Ria Bremer-Sitskoorn(80) van populaire tv-programma’s als Stuif es In en Vinger aan de Pols. Dat haar carrière in Friesland begon, is misschien minder bekend. Bremer draagt de provincie nog steeds een warm hart toe. Ze heeft veel dierbare herinneringen aan de tijd dat ze in Leeuwarden woonde.
Ria Sitskoorn wordt geboren in Rotterdam en woont daarna een tijdje in Amsterdam. Als haar vader een baan krijgt als chef bij schoenenfabrikant Bata, verhuist hetgezin naar Leeuwarden. “Ik kwam toen in de tweede klas van de Elisabethschool in de Grote Kerkstraat. Eén van de leerkrachten, juffrouw De Vet, herinner ik me heel goed. Ik heb haar later nog wel eens opgezocht.”
Vader en moeder Sitskoorn beginnen na een aantal jaren een eigen winkel in kousen, shawls en handschoenen: Sits. Ria, die enig kind is, helpt regelmatig een handje mee. “Op zaterdag stond ik achter de toonbank en door de week haalde ik ladders in nylonkousen op. Ja echt! Kapotte kousen bracht je destijds naar de winkel voor reparatie. Met een speciaal apparaatje en een dun haakje frutselde ik die ladders naar boven en zette ze vast. Soms wel vijf ladders naast elkaar. Een paar uur later konden ze, gerepareerd en wel, weer worden opgehaald. Tien cent per ladder kostte het geloof ik.”
De zaak van haar ouders groeit en heeft uiteindelijk drie vestigingen in Leeuwarden. Eén daarvan zit aan Over de Kelders, in het pand waar jaren later de erotische winkel Christine le Duc zich vestigt. “Zo jammer dat mijn vader dat niet meer heeft geweten. Hij zou het prachtig hebben gevonden!”
Na de lagere school gaat Ria naar de Mulo en de MMS en krijgt een vriendje die journalist is bij het Vrije Volk. Die liefde blijkt niet voor eeuwig, maar de journalistiek zal wél een grote rol gaan spelen in haar leven. Als ze achttien is begint haar carrière bij de Friese Koerier. “In de zestiger jaren waren er nog niet veel vrouwelijke journalisten. Een paar collega’s van de oude garde hebben het me wel eens moeilijk gemaakt. Fronsten hun wenkbrauwen als ik er met een stevig onderwerp vandoor ging. Maar ook anderen moesten wennen. Als ik de telefoon opnam met “U spreekt met de redactie” dan hoorde ik vaak “Ik wil graag een redacteur spreken”. Toch vindt ze haar weg in de krantenwereld snel. “Ik was maar heel kort leerling-journalist. In de tijd bij de Friese Koerier had ik twee hoofdredacteuren aan wie ik veel te danken heb, Laurens Ten Cate en Fedde Schurer.
Ik hoor het Laurens nog zeggen: “Ria gaat een dagje naar de stamboekveekeuring in Leeuwarden”. Echt, ik had geen idee. Liep ik daar in mijn nieuwe Brigitte Bardotjurk tussen de koeien, stieren en mannen uit de hele wereld die met stevige stokjes het vee beklopten. Zo af en toe kreeg ikook een tik en zelfs een uitnodiging om mee te gaan naar een of ander emiraat. Het werd een bijzonder verhaal.”
Na de Friese Koerier wordt Ria journalist bij het Noord Hollands Dagblad. Haar standplaats is Hoorn. Daarmee komt een einde aan de tijd in Friesland, maar zeker niet aan haar journalistieke pad. “Ik leerde daar hoe een krant technisch gemaakt werd en stond ’s nachts ’aan steen’. Het was het computerloze tijdperk en samen met de zetters plaatste ik loden letters in een ijzeren paginavorm. Mijn aanwezigheid werd in die mannenwereld van zetters geduld, maar daar was alles ook wel mee gezegd. Toch had ik het nooit willen missen. Toen ik later bij de Volkskrant de pagina’s volautomatisch van de persen zag rollen, begrepen maar weinigen wat het betekende wanneer ik zei dat ik het ruiken van de krant miste.”
Haar overstap naar de Volkskrant betekent het begin van ‘Hilversum’. Ze wordt gevraagd om omroepcorrespondente te worden en brengt het Hilversumse radio en tv nieuws in een speciale rubriek. “Ook bij de Volkskrant was het de hoofdredacteur die mij de weg wees, in dit geval Joop Lücker. Hij gaf me niet alleen journalistieke sturing, maar leerde me ook de ethiek van het vak. Ik liet hem een keer een heel leuk sigarettendoosje zien dat ik van de KRO had gekregen. Ik rookte en was er heel blij mee. Hij bekeek het, stopte het in een bureaulade, pakte zijn portefeuille en vroeg hoeveel zoiets kostte. “Koop er maar één”, zei hij. “En we nemen voortaan geen cadeautjes meer aan”.
Vanuit Hilversum krijgen het leven en de carrière van Ria steeds verder vorm. “Een verhaal voor de Volkskrant over Open het Dorp werd mijn eerste voorpagina-artikel én mijn kennismaking met mijn man Bob. Hij werkte bij de AVRO en iedereen was ingeschakeld bij die unieke, 24 uur durende grote televisieactie. Ik interviewde Bob ergens bij een ingang van de RAI, waar hij mensen moest tegenhouden of doorlaten. De volgende dag zaten we volkomen toevallig bij elkaar op de achterbank van de auto van NOS-verslaggever Joop van Zijl en van het een kwam het ander. Oftewel: een huwelijk van inmiddels 55 jaar, drie kinderen en zes kleinkinderen.“
Schrijven over Hilversum vindt Ria geweldig, maar stiekem méédoen in Hilversum wordt een sport. Ze maakt radio onder het pseudoniem Marianne ter Steeg. “Maar ik werd gesnapt en moest kiezen. Het werd een tv-carrière bij de AVRO. Ook hier heb ik grote veranderingen en ontwikkelingen meegemaakt. Eerst één zender, nog in zwart-wit. Daarna de komst van nieuwe kanalen en de commerciëlen. En weer had ik bazen die mij op weg hielpen, zoals Siebe van der Zee en Ger Lugtenburg. Iedereen heeft talenten, maar je moet ook het geluk hebben dat er mensen op je pad komen die dat talent ontdekken en helpen het te ontwikkelen. Dat geluk heb ik gehad.”
Nieuwsgierig en gedreven noemt ze zichzelf. De meeste programma’s zoals bijvoorbeeld Vinger aan de Pols, worden door haar van a tot z bedacht en gemaakt. “Ik kan niet anders. Een tekst door een ander geschreven ‘bekt’ niet. Nee, ik doe het graag zelf.” Ria maakt in meer dan vijftig jaar honderden programma’s voor televisie. En altijd is de journalistiek de basis. Zoals bij Stuif es In, waar ze met kinderen praat, naar hun hobby’s vraagt en gesprekken voert over hun leven, hun vreugde en verdriet. En bij het grote tv-interview met Prins Claus in 1986 ter ere van zijn zestigste verjaardag. “De hoofdpersoon uit een programma was altijd meer dan zomaar iemand die je eventjes tegenkwam. Die werd voor korte of langere tijd een deel van mijn leven en is dat soms nog steeds.”
Ze mag dan wel tachtig zijn, Ria Bremer is nog zeker niet klaar met televisie. Wie het programma Maestro heeft gevolgd, zag haar vorig jaar nog vol energie een orkest dirigeren. En op dit moment is Ria bezig met het maken van een televisieprogramma voor 2021. “De laatste weken wordt erg benadrukt dat het coronavirus een risico vormt voor ouderen. Dus niets is zeker natuurlijk. Maar ik blijf positief hoor. In de goede zin van het woord”, zegt ze met een knipoog! ■