ColumnsSport

“Mooi dat jullie er waren”

Gastcolumn: Nynke van der Zee

“Fan welke fuotbalklup bisto fan?” Het was vroeger dé vraag bij ons op het schoolplein. Daarbij waren er slechts twee opties mogelijk: Heerenveen of Cambuur. Ik kende Heerenveen van de blauwwit gestreepte paraplu die bij ons thuis in de garage stof stond te vangen, maar wie er in het Abe Lenstrastadion speelden? Geen idee. En van Cambuur had ik nog nooit gehoord. Dus ik hield me altijd verre van die fanatieke clubstrijd. Maar vraag het me nu en ik heb een antwoord. Ik ben fan van Henk.

Iedere zondagavond zetelen we ons hier thuis om zeven uur op de bank voor Studio Sport. Het ultieme relaxmoment na een druk weekend. Het hoogtepunt op deze zondagavond is de wedstrijd van Cambuur. Daarbij gaat het mij naast het resultaat op het veld, vooral om het gesprek met trainer Henk de Jong na afloop. Want een wedstrijdevaluatie met Henk, dat is nabeschouwen op Champions Leagueniveau.

Nu Cambuur weer in de Eredivisie speelt, mag Henk na afloop van iedere wedstrijd plaatsnemen achter de microfoon van Arno Vermeulen, Jeroen Elshoff of Frank Snoeks. Waar deze doorgewinterde voetbal-commentatoren gewend zijn aan gesloten, norse coaches, die het liefst meteen doorlopen naar de kleedkamer, is Henk de Jong de ideale schoonzoon. Want Henk is altijd bereid tot een praatje. Sterker nog: geef Henk de microfoon en hij zingt nog net niet het Woanskip wanneer Cambuur heeft gewonnen.

Wat een verademing. Eindelijk iemand in de voetbalwereld die zegt waar het op staat. Die een verlies in extra tijd betitelt als ‘zwaar klote, jong’. Die oprecht trots is op zijn mannen. Die over zijn spelers praat alsof het stuk voor stuk zijn eigen zoons zijn. Die zichzelf door de groep laat aanspreken met ‘trainer’, alsof het de welpen van VV Foarút zijn. Die “hoi” tegen iedereen zegt, omdat hem dat net zo veel energie kost als geen ‘hoi’ zeggen. Kortom: een trainer die tegelijkertijd gewoon mens is. Geen manager die altijd met een schuin oog naar zijn loonstrookje kijkt. Of twaalf miljoen opstrijkt wanneer hij vertrekt.

Ieder gesprek met Henk is genieten. Ik heb hardop gelachen toen Henk collega-trainer Erik ten Hag van Ajax het oprechte advies gaf om zijn toppers te sparen voor de Champions League en zijn B-elftal op te stellen tegen Cambuur. “Dan binne jim noch goed genôch”. Of toen hij nog voor het Eredivisieseizoen begon iedereen meteen duidelijk maakte dat nieuwe spelers niet voor het geld naar Leeuwarden hoefden te komen. “Wy moatte it echt ha fan jonges dy’t komme foar de klup mei de folle tribunes en de fanatike achterban.”

De mooiste uitspraak deed Henk na afloop van één van de eerste competitiewedstrijden die Cambuur speelde in de Eredivisie. Welke wedstrijd het exact was durf ik niet te zeggen, maar na afloop nam Henk plaats achter de microfoon. Bij het afronden van het gesprek lachte Henk zijn bekende lach naar de NOS-collega’s en voegde er aan toe: “Mooi dat jullie er even waren”. “Moai dat jim der efkes wienen”, zoals je de verjaardagsvisite aan het einde van de avond bij de voordeur bedankt voor hun komst.

Ik smolt. In deze zin schuilt voor mij de oprechtheid van Henk. Een bedankje voor de verslaggevers dat ze het ritje vanuit Hilversum naar Leeuwarden wilden maken om verslag te doen. En dat ze na afloop zo vriendelijk waren om nog even te blijven voor een gesprekje. Fijne jongens, mooi dat ze er even waren.

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Check dit ook
Close
Back to top button
Close
Close