InterviewsLeeuwardenVan allesVroegerWonen & Veiligheid

Auke en Martijn Rauwerda

Een portret van opa en kleinzoon

Bootjes in de prinsentuin. de aanblik van de Achmea toren. een ijsje eten bij la Venetia. Dansen in Zalen Schaaf. Zomaar wat beelden van de stad Leeuwarden die iedereen zal herkennen. een bezoek aan de bijzondere winkel van Auke Rauwerda aan de Westerplantage past naadloos in dit rijtje. Het karakteristieke pand staat al een paar jaar leeg. er is een nieuw, modern onderkomen maar de nostalgie van die oude volgepakte sluip-door-kruip-door winkel zal altijd een begrip blijven in onze stad. “als Auke Rauwerda het niet heeft, dan bestaat het niet”.

De bijzondere sfeer van de 85 jaar oude ijzerwarenhandel die acht panden besloeg en drie verdiepingen telde, leeft in het klein voort aan de Verlengde Schrans. Daar vind je namelijk Hoyte van der Wal. Niet iedereen weet dat Rauwerda-telg Martijn (26) het gezicht is van deze zaak. En zijn opa Auke (77) is er ook regelmatig te vinden. De twee hebben een bijzondere band. Ik spreek beide mannen in een hoekje achter in de zaak, natuurlijk tussen allerlei spullen. De winkel is eigenlijk een uurtje dicht, maar de telefoon rinkelt voortdurend en collega Willem Poelstra heeft zijn handen vol aan alle klanten en telefoontjes.

De sfeer van de Westerplantage leeft hier een beetje voort
Auke Rauwerda was lange tijd een van de leveranciers van Hoyte van der Wal en de familie nam de zaak een paar jaar geleden over. Een logische stap, vindt Auke. “Het is mooi dat we het konden overnemen. De sfeer van de Westerplantage leeft hier nog een beetje voort. De vraag was alleen: wie moest er naartoe? En toen zei mijn kleinzoon Martijn dat hij wel interesse had.” Martijn wilde wel wat meer verantwoordelijkheid. Op dat moment stond hij niet eens echt stil bij de charme en gemoedelijkheid van deze winkel, maar die past hem als een jas. De winkel heet nog steeds Hoyte van der Wal. “Hoyte is een begrip, net als Auke Rauwerda. Dus dat blijft zo.”

Ik heb daar mijn hele leven rondgelopen.
De sluiting van hele leven rondgelopen. de oude winkel heeft veel impact op Auke gehad, al zag hij wel in dat het niet meer kon. “Er waren problemen met aanvoer, bereikbaarheid en parkeren. De opslag was enorm bewerkelijk, alles moest met de hand”, legt hij uit. “Maar het heeft me wel verschrikkelijk zeer gedaan. Ik ben daar geboren en heb er mijn hele leven rondgelopen. De oude winkel had een sfeer die iedereen prachtig vond. Dat had te maken met de indeling van de gebouwen en het zoeken naar de spullen. Als klanten iets moesten hebben zei ik: loopt u maar even mee. Dat we precies wisten waar alles lag vond men geweldig. Tijdens Simmer 2000 kwamen hier veel mensen uit het buitenland. Die waren vijftig jaar weg geweest. Voor hen leek het alsof bij ons de tijd had stil gestaan.”

Spijkers zoeken
Martijn was als kind iedere zaterdagmiddag in de winkel te vinden. “Mijn vader Ronald nam me mee en had maar één boodschap: ik heb het wel druk, dus je moet jezelf vermaken. Maar die middagen vlogen voorbij. Ik zocht vaak spijkers die op de grond lagen. Die moesten natuurlijk mee naar huis. Meestal kreeg ik een paar gulden van mijn vader en daarmee kocht ik snoep in het snoepwinkeltje op de hoek. Na zijn middelbareschooltijd werkte Martijn iedere donderdagmiddag in de winkel. Hij sloeg bezems in elkaar en veegde de pakhuizen aan. “Heel soms hielp ik ook wel eens een klant. Dan zei ik: ik help u graag, maar ik moet wel even zoeken. Het was ook voor mij een doolhof.”

Als je in de zaak wilt werken, moet je het gewoon zeggen
Het was niet vanzelfsprekend dat Martijn in het familiebedrijf ging werken. “Dwingen is nooit goed. Je moet er geschikt voor zijn en je moet het leuk vinden”, zegt Auke. “Mijn ouders hadden tien kinderen en er zaten maar vier broers in de zaak. De rest maakte een andere keuze en dat was prima.” Martijn is de enige van de jongere generatie die in het bedrijf werkt en heeft nooit druk gevoeld. “Ik ben er heel vrij in gelaten”, vertelt hij. “Mijn vader vroeg me op een dag hoe ik de toekomst zag. Ik durfde niet te zeggen dat ik graag in de zaak wilde. Misschien was het te vroeg of kon ik beter nog even verder leren. Maar mijn vader zei toen: als je in het bedrijf wilt werken moet je het gewoon zeggen. Dat was voor mij een belangrijk moment.”

Alleen met repetities op school
De moeder van Martijn wilde graag dat hij nog een paar jaar naar school ging. Het werd een compromis: werken en leren. “Ik ging alleen nooit naar school, alleen met repetities”. Opa begint te lachen, want die heeft een vergelijkbaar verhaal. Auke: “Ik ben als jongetje van vijftien na de ambachtsschool in de winkel gaan werken. Na een paar jaar wilde ik naar de HTS, maar dat was van korte duur. Ik had vijf jaar gewerkt hè? Als je dan weer in de schoolbanken moet, dat is een drama. Ik viel altijd in slaap”, zegt hij met een olijke blik. “Ik kwam ook alleen maar als er repetities waren. Mijn cijfers waren prima, maar de school eiste dat ik altijd aanwezig was. Toen ben ik ermee gestopt. Daar heb ik geen spijt van gehad, al is leren nooit verkeerd. Maar ja, toen ik stopte met school moest ik in dienst, eenentwintig lange maanden. Verschrikkelijk. Ik was de vierde zoon in het gezin, maar de broer boven mij werd afgekeurd. En dus moest ik. Ik heb mijn tijd uitgezeten, ben daarna teruggegaan naar de zaak en nooit meer weggegaan.”

Een klant heeft altijd een verhaal
Het is mooi om de raakvlakken te zien tussen opa en kleinzoon, al benadrukken ze beide dat ze erg verschillend zijn. “Mijn opa bekijkt alles op een hele kalme manier”, zegt Martijn. “Ik ben iets minder geduldig.” Ze hebben wel dezelfde kijk op klanten. Een klant is een klant, of hij nu iets voor een dubbeltje of honderd euro koopt. Hij komt weer terug en daar gaat het om. Martijn: “Een klant heeft altijd een verhaal. Die is ergens mee bezig en heeft iets nodig. Dat maakt het interessant, want vaak los je echt een probleem op.” “Bij ons krijgen ze uitleg en oprechte
aandacht”, vult Auke aan. “Als mensen voor iets komen, dan vraag ik waar ze het voor nodig hebben. En dan zeg ik regelmatig: maar dan kun je toch veel beter dat en dat nemen?” Auke vindt dat zijn kleinzoon het heel goed doet. “Maar ik leer nog iedere dag van hoe opa de dingen aanpakt”, zegt Martijn.

Alle 40.000 producten
Klanten die bij Hoyte komen bedient Auke precies zo als vroeger. Ze zijn wel mondiger geworden, maar dat vind hij niet erg. “Dat geldt ook voor mezelf. Vroeger durfde je niets aan een dokter te vragen. Tegenwoordig heb ik een weerwoord. Daar prakkiseerde je vroeger niet over. De wereld is veranderd en je moet meebewegen.” Dat Auke met zijn tijd meegaat blijkt uit het feit dat hij degene is die de afgelopen jaren alle 40.000 producten uit de boeken van de oude winkel in het computersysteem heeft gezet. “Als Martijn iets opzoekt in het systeem, dan heb ik het erin gezet. Ik vind het leuk om te doen en je blijft geestelijk fit als je nieuwe dingen leert.”

Nog 50 tot 60 uur per week
Martijn heeft nog volop plannen voor zijn winkel aan de Verlengde Schrans, maar voor hem geen snelle verkoop via een webshop. “Geef mij maar ouderwetse persoonlijke aandacht en advies. De bonnetjes schrijf ik ook nog steeds met de hand. Dat hoort gewoon bij deze winkel.” Hij kiest heel bewust voor lokale samenwerking. Zoals bij de actie van de houten regentonnen, die via wijkverenigingen met korting aangeboden worden. Driehonderd per jaar zijn het er en opa maakt ze allemaal. “Ik werk nog zeker 50 tot 60 uur in de week. Met zestig jaar ben ik uit de zaak gestapt. Mijn vrouw en ik hebben toen een wereldreis gemaakt. Ik was van plan om daarna twee dagen in de week te werken, maar dat is niet erg gelukt”, zegt hij met een lach.

’s Nachts op en neer naar Hurdegaryp
Afgelopen december kreeg Auke een nieuwe knie. “De dokter zei bij de controle dat ik alles mag doen. Dat was een gevaarlijke uitspraak, want ik ben nog heel veel van plan. Ik rijd motor en voetbal nog steeds bij MKV. Nou ja, ik ben erbij,” zegt hij grinnikend. Hij heeft altijd veel aan sport gedaan. Zijn eerste marathon liep hij op zijn 47e in New York. Later volgden nog Berlijn en London. “Omdat ik weinig tijd had, liep ik ’s nachts om twaalf uur op en neer naar Hurdegaryp om voor die marathons te trainen.” Auke is in het bezit van drie Elfstedenkruisjes. De afgelopen korte winterperiode kwam precies op het verkeerde moment. “Toen zat ik met mijn knie. Ik wilde heel graag het ijs op, maar mijn vrouw heeft me tegengehouden. Het was ook niet verantwoord hoor!”

Voor Martijn is de manier waarop zijn opa nog in het leven staat heel inspirerend. “Ja prachtig toch? Ik heb zelfs een keer samen met opa in hetzelfde team gevoetbald. Wie maakt dat nou mee?” Opa en kleinzoon brengen veel tijd met elkaar door. Martijn: “Als ik vakantie heb, dan ga ik het liefst naar opa en oma in Noorwegen. Ze hebben daar een huis en er zijn altijd familieleden te vinden.” Zestienhonderd kilometer is het naar Noorwegen. Auke doet het tegenwoordig in twee etappes, maar hij rijdt nog gewoon zelf. Ik had eerlijk gezegd ook niet anders verwacht. ■

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close