Zorg & Gezondheid

“Dokter ik heb zo’n pine ynt liif”

Taal in de zorg

Taal is een onderdeel van je cultuur en identiteit. Via taal maak je contact met de ander. In de gemeente Leeuwarden heeft veertig tot vijftig procent van de inwoners het Fries als moedertaal en achttien procent heeft een migratieachtergrond. Doordat we steeds ouder worden, krijgen velen van ons te maken met een zorgvraag. Ouderdom komt tenslotte met gebreken. En als we die zorgvraag stellen, verwoorden we die het beste in de moedertaal, de gevoelstaal. Een zorgverlener vraagt immers ook: “Hoe voelt u zich?”

Voor de Seniorenkrant interviewde ik zorgvragers en zorgverleners om te onderzoeken hoe er met de verschillende thuistalen wordt omgegaan. Is er aandacht voor de taalachtergrond van de zorgvrager en hoe staat het eigenlijk met het Fries?

Uit de praktijk 

De heer Huisman* komt regelmatig in het MCL voor een bezoekje aan een specialist: “Ik luister welke taal er wordt gesproken en daar stem ik op af. Maar het liefst zou ik Fries spreken”, zegt hij. De man van mevrouw Oosterhout heeft de ziekte van Parkinson en daardoor moeite met spreken. “Als ik bij mijn huisarts ben spreek ik Fries tegen mijn echtgenoot en Nederlands met de arts. Ik pas me snel aan. Bij het Parkinsonpunt in Leeuwarden hoor ik hoofdzakelijk Nederlands. De arts heeft geen aandacht voor de gesproken taal. Een paar andere medewerkers spreken wel Fries.”
Een vrijwilligster van een hospice in Sneek praat bij het ‘Snekers’ een beetje mee. Bij de intake wordt gevraagd wat de spreektaal is. “Er is een coördinator die een Afûk-cursus Frysk heeft gedaan. Met de medewerkers spreekt ze Nederlands, maar met de gasten Fries.” De echtgenoot van mevrouw Dijkstra heeft dementie. Bij het vaststellen van de diagnose sprak de arts Nederlands. Haar man zei niet veel. “Dat soe yn it Frysk oars west wêze”, zegt mevrouw. “De thússoarch, de casemanager en de psychiater dy’t oan hûs komt, prate Frysk. Wy fine dat hiel noflik.” Maar als ze zelf voor een behandeling naar het MCL moet voert ze haar gesprek met de arts in het Nederlands. “Ik stean der net iens by stil, mar bin wol bang foar in frisisme. In folgjende kear sil ik ris yn it Frysk begjinne.” Het lijkt erop dat Friezen bij artsen een statusverschil voelen, waardoor ze niet de eigen taal gebruiken.

MCL en Noorderbreedte

Bij een opname in een verpleeghuis van Noorderbreedte in Leeuwarden wordt de familie vaak in het Fries ontvangen. De meeste zorgmedewerkers zijn Friestalig. De organisatie vraagt bij de intake welke taal wordt gesproken, om deze vervolgens in het zorgdossier te vermelden. Zeker bij dementie is dat belangrijk, omdat de bewoners vaak terugvallen op de moedertaal. “Aan het bed van een patiënt zeg ik dat ik het Fries prima versta, maar dat ik die ‘memmetaal’ niet spreek”, vertelt een verpleegkundige. “Als ik een mooi Fries woord hoor, dan zeg ik: wat is dat voor prachtig woord? De patiënt legt mij dan maar wat graag de betekenis uit. Zo is er snel een basis van vertrouwen. Het MCL is een Fries ziekenhuis, dus hoort de Friese taal erbij. Ons protocol is dat bij de intake in het ziekenhuis wordt gevraagd wat de voorkeurstaal is. Dit wordt vastgelegd in het patiëntendossier.” De meeste artsen spreken geen Fries, de verpleegkundigen wel. Coassistenten, vaak afkomstig uit andere landen, ondersteunen anderstalige patiënten.

Thuiszorg

Thuiszorg Het Friese Land is het meest actief in de dorpen en vindt het heel belangrijk dat medewerkers het Fries verstaan. De meesten spreken de taal ook. Ook op de Zorgcentrale van Thuiszorg Het Friese Land worden cliënten desgewenst in het Fries te woord gestaan, bijvoorbeeld wanneer iemand via persoonsalarmering aangeeft hulp nodig te hebben. “Het is onze ervaring dat cliënten zich in panieksituaties in hun moedertaal uiten. Ook het Engels zijn de centralisten machtig, zodat Nederlanders met een migratieachtergrond die taal kunnen gebruiken. Deze groep doet minder echter vaak een beroep op de alarmering, ze zoeken eerder contact met familie.

Migratieachtergrond 

Ook mensen met een migratieachtergrond willen het liefst in hun eigen taal benaderd worden. Het bandje met een keuzemenu van de huisarts afluisteren is erg ingewikkeld als je de Nederlandse taal niet machtig bent. Het leidt soms tot vervelende situaties.
Amaryllis begeleidt regelmatig inwoners waarvan de moedertaal bijvoorbeeld Arabisch is. Hun kinderen worden vaak ingezet als tolk bij bezoeken aan zorgverleners of bij het vertalen van brieven. Een hele belasting natuurlijk. In november 2021 is er een motie ingediend bij de regering om het professionals gemakkelijker te maken een tolk in te schakelen. En is er door de Johannes Wier Stichting een campagne opgezet: ‘Dit is een kind en geen tolk’

Afûk

De Afûk, in 1928 opgericht voor het bevorderen van het Fries in het onderwijs, is bij de meeste mensen bekend fan de cursussen Frysk. De Afûk is in de loop van de tijd echter uitgegroeid tot een organisatie voor taalpromotie en taaloverdracht in Fryslân. Ook voor zorgprofessionals is er een ruim aanbod van workshops en ondersteuning. “Momenteel werken we mee aan het werven van huisartsen voor Friesland”, vertelt projectcoördinator Douwkje Douma. “Er is een tekort en we helpen hen met workshops en geven uitleg over het belang van de eigen taal.” Op deze pagina kun je meer lezen over de taalprojecten.

Wereldwijd zijn er meer dan zesduizend talen. Unesco riep 21 februari uit als Internationale Dag van de Moedertaal. Je kunnen en mogen uitdrukken in je gevoelstaal is erg belangrijk, vooral in de zorg. Mijn indruk is dat hier aandacht voor is. Zorgverleners doen hun best om patiënten te stimuleren hun moedertaal te gebruiken. Maar uiteindelijk gaat het er ook om dat je zelf de taal durft te spreken waarin je je het beste uit kunt drukken. Voor veel ouderen in Friesland is dat het Fries. Dus: Praat mar Frysk! ■

Wolle jo ûnderfieningen diele? Dat kin fia Contact – Seniorenkrant of  info@seniorenkrant.nl

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close