De theaterproductie over het leven van de Friese straatartiest Douwe Andries Bijlsma kende een aanloop met de nodige hobbels. Het speelschema moest twee keer verschoven worden vanwege corona. Maar schrijver van het stuk Sietse de Vries en hoofdrolspeler Ritsko van Vliet lieten zich niet uit het veld slaan en hielden vertrouwen. En terecht, want het gaat er nu eindelijk van komen. De première van Slappe Douwe is op 28 oktober in theater De Bres.
Beide mannen zijn samen met Theo van der Geest (straatmuzikant Hoempa) en regisseur Maaike van der Geest druk bezig met de voorbereidingen. Ik nam een kijkje bij een repetitie. Het belooft een bijzondere voorstelling te worden. Hoewel er maar weinig spelers op het toneel staan, gebeurt er van alles. Er komen veel extra personages voorbij, zoals de commissaris van de politie, de burgemeester en een journalist. Allemaal gespeeld door Sietse de Vries, die ook de rol van verteller heeft. Douwe Andries Bijlsma was getrouwd met Trijntje en het stel had tien kinderen. De vrouwen uit zijn leven spelen een bijzondere rol in Slappe Douwe. Hun verhalen zullen via een laken aan een waslijn verwerkt worden in de voorstelling. Veel afwisseling dus én natuurlijk de nodige acts.
Kapitein Nero de Friesche Fakir
De Vries neemt de kijker als verteller meeslepend mee in het leven van een van meest markante Leeuwarders aller tijden. Volgens de verhalen liep Bijlsma al op zijn veertiende weg van huis omdat hij bij het circus van Jildert Zuidema wilde werken. Na zijn jaren als circusartiest trad hij in Friesland op tijdens markten en kermissen. Soms samen met Hoempa, een andere straatartiest. Veel oudere Leeuwarders zagen hem in de jaren vijftig op de Lange Pijp en naast de Waag. Hij liep een sabelladder op, lag op een spijkerbed en bevrijdde zich uit kettingen. Als er tenminste genoeg geld op het kleed lag. “Daar laat ik mien ouwe moer nog niet eens foor krupe”, riep hij regelmatig. Ook kroop de Friese fakir door ijzeren ringen. “Het vouwen, plooien, buigen van de ledematen, gelijk een slang, gelijk een paling”. Vanwege zijn lenigheid kreeg hij de bijnaam Slappe Douwe. Een naam die hij en zijn familie niet konden waarderen. Als Douwe de bijnaam zag, dan kraste hij slappe altijd door. Hij noemde zichzelf trots Kapitein Nero de Friesche Fakir, met de toevoeging: Doodsverachter van het Noorden.
Het is voor Ritsko van Vliet een flinke uitdaging om in de huid te kruipen van de lenige en onverschrokken Bijlsma. De vijf acts die in de voorstelling te zien zijn vormen een pittige opgave. Voor één van de acts ging Van Vliet in training bij oud-boeienkoning Harry Alouette. Daarnaast heeft hij in zijn woonkamer een spijkerbed neergezet, om langzaam te wennen. Tot nu toe nog een pijnlijke ervaring, maar dat komt vast op tijd goed. Bijzonder detail: de vader van Ritsko was in de tijd van Kapitein Nero goochelaar. De beide mannen kenden elkaar en Ritsko jr. heeft persoonlijke jeugdherinneringen aan Bijlsma.
Tuuntsjeplisie
De laatste jaren voor zijn pensioen bood de gemeente Leeuwarden de straat-artiest een baan aan als ‘tuuntsjeplisie’ in de Prinsentuin. Natuurlijk komt ook die fase in zijn leven in het stuk voor. De gelijkenis van Ritsko met Bijlsma (na een make-over van visagiste Saskia Wagenvoort en kapper Nan Bulthuis) is bijna eng.■
Douwe is van 28-10 tot en met 6-11 te zien. Kijk voor meer informatie op www.theaterdebres.nl. Op de website van het Historisch Centrum Leeuwarden staat een bijzondere webexpositie over Andries Douwe Bijlsma. Zeer de moeite waard om even te bekijken. Dat kan hier.